De kracht van samenwerken en herhaling
Als een vluchteling de eerste stappen heeft gezet in de asielaanvraag, wacht diegene in een azc op huisvesting. Als huisvesting gevonden is, helpt VluchtelingenWerk hen gedurende het eerste jaar om zelfredzaam te worden. Frishta Eshaqzai, teamleider bij VluchtelingenWerk in Waalwijk, vertelt wat zij in dat jaar doen, waar de uitdagingen liggen en waarom bibliotheken een belangrijke samenwerkingspartner zijn.
Wat gebeurt er als een vluchteling zich in Nederland meldt?
Dan begint een intensief proces. Dit start bij het centrale aanmeldcentrum in Ter Apel met de asielaanvraag, gesprekken met de Immigratie- en Naturalisatiedienst en gezondheidscontroles. Daarna volgt toewijzing aan een asielzoekerscentrum (azc) waar de asielzoeker wacht op een verblijfsvergunning. Zodra een vluchteling een verblijfsvergunning heeft, begint het wachten op de koppeling aan een gemeente voor een woning. Dit proces kan een aantal jaren duren. In verband met een gebrek aan COA (Centraal Orgaan opvang asielzoekers) locaties worden statushouders voortdurend verhuisd naar beschikbare noodopvangcentra totdat er een woning beschikbaar is.
Wat doet VluchtelingenWerk?
VluchtelingenWerk biedt uitgebreide ondersteuning aan statushouders. "Voor de inburgering en huisvesting van statushouders werken we nauw samen met Baanbrekers", vertelt Frishta. "Maandelijks sturen zij ons een overzicht van de statushouders die gekoppeld zijn aan de gemeente. Wij helpen de gezinnen dan met het papierwerk: van het aanvragen van een DigiD tot het regelen van uitkeringen, leningen, verzekeringen, inschrijvingen voor scholen, automatische incasso’s. Binnen drie maanden moeten ze volledig gevestigd zijn. Formulieren vullen we samen met de cliënt in, gebruikmakend van DigiD en bankinloggegevens, en altijd met een tolk erbij. Tolken zijn een onmisbare schakel. Zij helpen niet alleen met de taal, maar ook met het uitleggen van complexe systemen en procedures. Alle medewerkers, inclusief vrijwilligers, werken onder geheimhoudingsplicht." In een cliëntvolgsysteem kan de cliënt zien wat er gedaan is. De begeleiding van VluchtelingenWerk duurt in deze gemeente een jaar.

Ketenpartners
- Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de inburgering van statushouders. Gemeente Waalwijk werkt samen met VluchtelingenWerk en taalscholen om ervoor te zorgen dat statushouders de benodigde taallessen en integratiecursussen volgen gedurende de inburgeringsperiode, die drie jaar duurt.
- Baanbrekers is een uitvoeringsorganisatie voor sociale zaken en sociale werkgelegenheid van de gemeenten Heusden, Loon op Zand en Waalwijk. Namens deze drie Langstraatgemeenten voeren zij als publieke onderneming de Participatiewet uit voor meedoen, werk en inkomen. Zij zorgen mede voor de huisvesting van statushouders en hebben daarnaast contact met COA om de overdracht van deze personen te coördineren. Ze ondersteunen statushouders bij hun Inburgering en hebben nauwe contacten met de taalschool.
- VluchtelingenWerk helpt vluchtelingen en statushouders om zelfredzaam te worden in de Nederlandse samenleving. Dit omvat praktische begeleiding bij huisvesting, het aanvragen van uitkeringen, verzekeringen regelen, kinderen inschrijven op scholen, en algemene maatschappelijke begeleiding gedurende het eerste jaar na aankomst in een gemeente.
"Bij ketenpartners lopen we vaak tegen het probleem aan dat er geen tolk beschikbaar is, wat een groot struikelblok kan zijn, vooral in de eerste drie jaar dat cliënten de taal nog niet machtig zijn.”
Niet alles blijft even goed hangen bij statushouders
VluchtelingenWerk staat vaak voor de uitdaging om ‘alleenstaande’ statushouders te begeleiden, met name mannen die de gevaarlijke reis alleen hebben afgelegd. Hun gezinnen wachten nog in landen als Libanon, Turkije (waar veel Syriërs naartoe gaan), en Ethiopië (een veelvoorkomende bestemming voor Eritrese vluchtelingen), totdat hun partners elders een verblijfsvergunning hebben gekregen. Deze landen nemen namelijk geen vluchtelingen aan. "Deze scheiding maakt het voor de mannen soms moeilijk om zich volledig te concentreren wanneer ze starten met het gehele integratietraject. Zodra het gezin herenigd is, zien we vaak positieve ontwikkelingen, waarbij de integratie sneller verloopt en kinderen naar school gaan. Voor mensen die een grotere culturele afstand hebben tot het Europese leven, verloopt de integratie soms wat minder soepel."
Kracht van de herhaling
"Daarom is ‘herhalen’ zo belangrijk", benadrukt Frishta. "In het eerste jaar krijgen vluchtelingen veel uitleg over systemen en procedures, zoals het zorgsysteem, overheidssysteem en het belastingsysteem. Maar deze informatie zakt vaak weg. Iemand heeft ook gewoon tijd nodig om te acclimatiseren in zijn nieuwe omgeving. Logisch dat niet alles blijft hangen." VluchtelingenWerk kan de statushouders een jaar begeleiden, maar daarna moeten zij de mensen loslaten. Ze dragen de cliënten dan over aan ketenpartners zoals in ons geval ContourdeTwern. "De werkwijze is vanaf dat moment anders. Statushouders moeten dan op eigen initiatief met hun vragen naar een organisatie toe. Er is geen tolk meer aanwezig. Daar moeten ze zelf voor zorgen. Maar dat kunnen ze van hun uitkering natuurlijk niet betalen. Mensen lopen uiteindelijk vast."
Hier ziet Frishta een belangrijke rol voor bibliotheken weggelegd. "Het zou geweldig zijn als bibliotheken kunnen helpen bij het herhalen van informatie", zegt Frishta. Ze denkt daarbij aan een spreekuur voor maatschappelijke vragen. "Statushouders hebben bijvoorbeeld vragen over hun belastingaangifte, toeslagen, oudergesprekken op school, de post. Ze weten niet altijd hoe ze een brief moeten lezen. Wat wordt er van hen verwacht? Het zou helpen als er dan een locatie is waar ze naartoe kunnen om uitleg te krijgen om verder gesteund te worden. Bibliotheken zijn hiervoor een vertrouwde en toegankelijke plek." Een grote uitdaging is daarbij nog wel de beschikbaarheid van tolken. "Bij ketenpartners lopen we vaak tegen het probleem aan dat er geen tolk beschikbaar is, wat een groot struikelblok kan zijn, vooral in de eerste drie jaar dat cliënten de taal nog niet machtig zijn", legt Frishta uit. "Hier zijn tot op heden nog te weinig financiële middelen voor én er zijn weinig vrijwillige tolken en weinig Eritrese tolken."
Wat doet jouw bibliotheek om bijvoorbeeld het Informatiepunt Digitale Overheid onder de aandacht te brengen bij de doelgroep Vluchtelingen?
In de vorige editie van Nieuwe Brabanders in jouw bibliotheek, spraken we met expert interculturele communicatie Aurin el Boumassaoudi-Fouraschen, die aangaf dat het juist ook goed kan zijn om mensen te dwingen zelf zaken te regelen: Vaak zijn mensen tot meer in staat dan wij veronderstellen. Nieuwkomers moeten hun weg leren vinden in de maatschappij. “Dat betekent niet dat wij niet een begripvolle en liefdevolle hand kunnen uitsteken, maar op het moment dat wij gaan afdalen, houden wij hen in een lager niveau waar je ze juist niet wilt hebben. Zij kunnen zich optrekken aan ons.”
“Bibliotheken kunnen helpen bij het herhalen van informatie. Ze zijn een vertrouwde en toegankelijke plek.”
Samenwerking met de Bibliotheek
In Waalwijk werkt VluchtelingenWerk nauw samen met de Bibliotheek, die in hetzelfde gebouw is gevestigd. "Vanuit VluchtelingenWerk geven we de statushouders altijd een rondleiding in de bibliotheek, in aanwezigheid van een tolk. De taalhuizen en taalcafés van bibliotheken, waar anderstaligen vrijwillig kunnen oefenen met de Nederlandse taal, vormen een mooie aanvulling op de verplichte taallessen die statushouders moeten volgen", zegt Frishta. Alhoewel ze merkt dat statushouders maar weinig tijd en energie ‘over’ hebben. "Statushouders gaan verplicht drie dagen per week naar de taalschool en moeten twee dagen per week beschikbaar zijn voor sociale activiteiten van Baanbrekers. Dat is intensief. Daarom bieden wij vanuit Vluchtelingenwerk het eerste half jaar geen taalcoach aan."
Taalaanbod
- Taalschool: Dit betreft verplichte taallessen in het kader van de inburgering, zoals bij 'Echt Nederlands'. Statushouders moeten deze lessen volgen om de Nederlandse taal en cultuur te leren.
- Taalcafé: Een vrijwillige activiteit georganiseerd door de Bibliotheek waar deelnemers in groepsverband gratis de Nederlandse taal kunnen oefenen.
- Taalcoach: VluchtelingenWerk biedt statushouders een taalcoach die hen twee uur per week een-op-een helpt om hun Nederlandse spreekvaardigheid te verbeteren.
Kansen voor bibliotheken
Frishta ziet zeker mogelijkheden voor bibliotheken om zich nog meer op de doelgroep van vluchtelingen, statushouders en anderstaligen te richten:
- Collectie: Statushouders hebben behoefte aan boeken in hun eigen taal over Nederlandse omgangsvormen en de cultuur.
- Sociale activiteiten in meerdere talen: De Bibliotheek is een aantrekkelijke plek (met name voor kinderen) vanwege de boeken en vertrouwde sfeer. Als activiteiten in meerdere talen worden aangeboden, zullen anderstaligen op langere termijn betrokken blijven. Wanneer andere partners ook activiteiten in de bibliotheek organiseren, komen ze graag terug vanwege de bekendheid met de locatie.
- Culturele uitwisseling: Organiseer bijvoorbeeld een landendag. Een ander initiatief dat Frishta graag ziet uitbreiden is het 'Bekend maakt Bemind'-project, waarin informatie aan inwoners wordt gegeven en VluchtelingenWerk gastsprekers levert, in de vorm van trainers of statushouders. Dit project is ook interessant voor ketenpartners van de Bibliotheek. Hiermee kan een bibliotheek een grote rol spelen in het creëren van draagvlak bij vluchtelingen die noodgedwongen gevlucht zijn en een warm onthaal enorm waarderen.
- Taalmaatjes: Bibliotheken kunnen taalmaatjes of taalvrijwilligers inzetten om een soort buddysysteem te creëren, zodat vluchtelingen een aanspreekpunt of ‘maatje’ hebben waarbij ze terecht kunnen.
- Trainen van bibliotheekmedewerkers: Bibliotheekmedewerkers zijn vaak niet bekend met de specifieke behoeften en regelgevingen van de verschillende doelgroepen. Zo gelden voor Oekraïense vluchtelingen andere regels dan voor Syrische vluchtelingen.
Bij de Bibliotheek leeft ook het idee om de Bibliotheek naar de vluchteling te brengen in plaats van de vluchteling naar de Bibliotheek. Frishta zegt hierover: "De opvanglocaties zijn doorstroomlocaties. Mensen verblijven er maar enkele maanden. Het is belangrijk dat de Bibliotheek haar activiteiten hierop aanpast." Een taalcafé in de opvanglocatie lijkt Frishta, vanwege de doorstroom, minder geschikt. Voorleesmomenten en ontspannende creatieve activiteiten voor kinderen én volwassenen zouden welkom zijn. "Kinderen hebben weinig afleiding in de opvanglocatie. Een voorleesmoment op woensdagmiddag zou erg leuk zijn." De aanwezige organisatie in een opvanglocatie zou daarbij een geschikte samenwerkingspartner kunnen zijn voor de Bibliotheek.
Een vertrouwde plek
Bibliotheken kunnen volgens Frishta een cruciale rol spelen in de integratie en ondersteuning van vluchtelingen in Nederland. Niet alleen door het bieden van boeken en taalondersteuning. Frishta ziet vooral kansen in het herhalen van informatie en het organiseren van culturele activiteiten. "De Bibliotheek kan een vertrouwde plek zijn waar vluchtelingen niet alleen kennis opdoen, maar zich ook thuis voelen", concludeert ze.
Frishta Eshaqzai (39), geboren in Afghanistan, kwam als kind met haar ouders naar Nederland, waar ze inmiddels al dertig jaar woont. Ze heeft een hbo-opleiding in sociaaljuridische dienstverlening afgerond en heeft uitgebreide werkervaring bij verschillende gemeenten op de afdeling Inburgering en bij het UWV. Sinds 2015 is zij teamleider bij VluchtelingenWerk in Waalwijk, waar ze zich vol overgave inzet voor de begeleiding en integratie van vluchtelingen.
