Gluren bij de buren
Gratis uitlenen is in Zweden vanzelfsprekend
In Zweden kun je zonder kosten boeken lenen bij een openbare bibliotheek. In veel gemeenten kun je zelfs het gebouw in buiten de reguliere openingstijden. “Door in de bibliotheek te zijn, leren we samenleven”, zegt Martin Memet Könick, directeur van de openbare bibliotheek in de Zuid-Zweedse kustplaats Landskrona.
Dat is bepaald geen kleine bibliotheek: het aantal geregistreerde volwassen leden staat op 77.928. De gemeente Landskrona telt zelf ‘slechts’ 47.000 inwoners. “Maar de bibliotheek maakt deel uit van een samenwerkingsverband met tien andere gemeenten”, zegt Könick, die ook bestuurslid is van de Swedish Library Association.
Sinds wanneer is een bibliotheeklidmaatschap in Landskrona gratis?
“Dat is al heel lang zo. Formeel sinds 1997, met de invoering dat jaar van de Bibliotheekwet. Maar na de Tweede Wereldoorlog waren uitleentarieven al zeldzaam, omdat ze werden gezien als een belemmering voor de volksontwikkeling.”
Wat is de visie achter dit beleid?
“Voor ons is het belangrijk dat openbare bibliotheken voor iedereen toegankelijk zijn – zowel de gebouwen als alle vormen van uitlening. Dat verlaagt de drempel voor iedereen om toegang te krijgen tot informatie en literatuur. Een betaald lidmaatschap maakt dat juist moeilijker voor mensen met minder geld.”
Wat zijn de belangrijkste voordelen van een gratis lidmaatschap voor volwassenen?
“Het stelt ons in staat om het bibliotheekgebruik voor iedereen te stimuleren, ook als je thuis financiële uitdagingen hebt. We kunnen iemand altijd zonder kosten uitnodigen in de bibliotheek. En we willen niet dat het recht op informatie of het kunnen lenen van boeken afhankelijk is van wat iemand kan betalen.”
Foto: Martin Memet Könick, Directeur van de openbare bibliotheek in de Zuid-Zweedse kustplaats Landskrona.
“In Zweden hebben we een bibliotheekwet die bepaalt dat elke gemeente een bibliotheek moet hebben, die moet financieren en moet zorgen voor een acceptabele dienstverlening."
In Nederland zijn er zorgen over mogelijk misbruik of overbelasting van het systeem. Wat zijn volgens jou de belangrijkste aandachtspunten bij het invoeren van gratis lidmaatschap?
“We hebben al zo lang gratis uitleningen dat die discussie bij ons eigenlijk niet speelt. Maar we hebben wél discussie gehad over verruimde openingstijden, waarbij je het gebouw kunt gebruiken zonder dat er personeel aanwezig is. Kun je het publiek dan echt vertrouwen dat ze het systeem niet misbruiken? Natuurlijk! Zijn er individuen die er misbruik van zouden maken? Waarschijnlijk wel. Maar we zien geen systematisch misbruik van betekenis. Het is voor ons nooit een groot probleem geweest.”
Door gratis lidmaatschap loopt de bibliotheek inkomsten mis. Hoe wordt dat gecompenseerd en is dat toereikend?
“In Zweden hebben we een bibliotheekwet die bepaalt dat elke gemeente een bibliotheek moet hebben, die moet financieren en moet zorgen voor een acceptabele dienstverlening. Er is wel discussie of we ook de boetes moeten afschaffen voor te laat inleveren of helemaal niet terugbrengen van boeken, om zo de drempel verder te verlagen. Natuurlijk levert een abonnement geld op. Maar voor mij is het belangrijker dat we het gratis kunnen aanbieden vanwege de democratische waarden die het vertegenwoordigt.”
Je bent hoofd van de afdeling Bibliotheken en Democratie. Zie je een direct verband tussen gratis toegang en democratische betrokkenheid van burgers?
“Absoluut. Als je geen vrije toegang tot informatie hebt, kun je je geen goed onderbouwde mening vormen. Dat is een basisvoorwaarde om te kunnen deelnemen aan een democratische samenleving: toegang tot kennis en informatie. En dat het ook een plek is waar je kunt bespreken waar die informatie vandaan komt.”
Je bent ook actief in de Open Method of Coordination Group, een werkgroep van de Europese Raad. Welke ontwikkelingen zijn er op Europees niveau rondom gratis lidmaatschap?
“Volgens mij is het in de meeste Europese landen gratis. Nederland vormt een minderheid ten opzichte van andere Europese landen wat betreft gratis lidmaatschap. Tegelijkertijd doen jullie veel dingen goed. Jullie hebben prachtige bibliotheken en goede bibliotheekvoorzieningen. Ik ben in vele ervan geweest. Ik heb veel bewondering voor de Openbare Bibliotheek Amsterdam (OBA). De ruime openingstijden maken de bibliotheek bijzonder toegankelijk. Ik vind het inspirerend hoe het lijkt te functioneren als een echte sociale ontmoetingsplek, waar mensen samenkomen voor evenementen, tentoonstellingen en gezamenlijke leeractiviteiten in een open en inclusieve omgeving. De LocHal-bibliotheek in Tilburg is een prachtige publieke ruimte. Het is een inspirerende combinatie van architectuur en op de gemeenschap gerichte vormgeving. Het is een bruisende sociale ontmoetingsplek met ruimtes voor co-working, tentoonstellingen en publieke evenementen. Ik waardeer vooral hoe leren, cultuur en innovatie hier samenkomen. De thematische ‘labs’ die er zijn ondergebracht, vind ik een bijzonder sterk concept."
Wat zijn lessen die je geleerd hebt in het creëren van een volledig toegankelijke openbare bibliotheek?
“Ik denk dat het teruggaat naar wat ik het allerbelangrijkste vind aan een openbare bibliotheek. Het klinkt misschien naïef, maar ik geloof dat openbare bibliotheken de samenleving, en de wereld, echt beter kunnen maken. Wij zijn één van de weinige plekken waar je gewoon kunt zijn, zonder dat iemand vraagt wat je daar komt doen. Gewoon aanwezig zijn, dat is al genoeg.”
“Maar je kunt er ook actief deelnemen: je kunt boeken lezen of mee naar huis nemen, deelnemen aan gesprekken of activiteiten. Het is een plek waar je werkelijk deel kunt nemen aan de samenleving en waar je leert wat het betekent om burger te zijn van een democratisch land. Want door in de bibliotheek te zijn, leren we samenleven.”
Welk advies zou je geven als het gaat om het lidmaatschap volledig gratis te maken?
“Ik denk dat het het beste is wat een openbare bibliotheek kan doen: gratis uitleningen aanbieden aan iedereen. Ik begrijp ook dat er beperkingen kunnen zijn die er in Zweden niet zijn, of in andere landen. Maar: als het mogelijk is, dóé het.”